Smalvenushaar (G)

Adiantumdiaphanum


Ecologie & verspreiding
Smal venushaar geeft de voorkeur aan ± open, vochtig tot nat, licht beschaduwd en kalkrijk substraat en met een hoge luchtvochtigheid. Ze groeit op rotswanden, in spleten, op kliffen langs rivieren en watervallen en op oude muren. Ze stamt uit Oost-Azië en Australië maar is als sierplant wijd verspreid en is ook in de ons omringende landen buiten tuinen en kassen aangetroffen. In Nederland bekend van oude, vochtige muren in Delft, Den Haag en Groningen. De bladen zijn enkel of dubbel geveerd aan de basis en bezitten nerven die eindigen in de tanden van de bladrand. De sporenhoopjes zijn rond-niervormig, dragen geen dekvliesje en worden omhuld door de omgerolde bladrand. Venusharen zijn al sinds de oudheid als medicijn bekend tegen allerlei kwalen zoals o.a. long- en huidaandoeningen. Tegenwoordig ook als antimicrobieel middel. Jonge bladen kunnen als groente gegeten worden en de nerven en bladstelen worden voor vlechtwerk gebruikt. Zie ook de andere Venushaar-soorten.
Familie: Pteridaceae
Groep: varens (sporenplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website