Slipbladkaardenbol

Dipsacus laciniatus


© Grada Menting

Ecologie & verspreiding
Slibbladkaardebol staat op warme, voedselrijke, matig stikstofrijke, vochtige, zwak basische tot basenrijke en kalkhoudende, vaak verstoorde bodems. Ze groeit in ruigten, in zomen van bossen en struwelen, in bermen en op ruderale plaatsen. Deze Euro-Aziatische plant is inheems in het zuidwesten, midden en zuidoosten van het continent en is in grote delen van overig Europa als een neofiet op te vatten. In Zuid-Limburg is de soort recent op twee plaatsen ingeburgerd. Aangezien deze Kaardebol in tuincentra te koop wordt aangeboden kunnen de vindplaatsen buiten Zuid-Limburg voorlopig als ontsnapte tuinplanten beschouwd worden. De bloemen zijn wit en de bladeren zijn veerdelig tot veerspletig en daarmee doet ze haar Nederlandse naam eer aan. Ze heeft een grote zaadproductie en het zaad blijft meerdere jaren kiemkrachtig. Deze plant is in Noord-Amerika ingevoerd en gedraagt zich daar, evenals haar daar ook ingevoerde verwant Grote kaardebol, zeer invasief en kan grote monoculturen vormen, die moeilijk te bestrijden zijn.
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: natte ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website