Donzige eik

Quercus pubescens


© Niels Eimers

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - juni

Hoogte - 10,00-20,00 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, éénhuizig

Wortels -

Stengels/takken - De takken staan af en zijn bij de stam verdikt. Jonge takken zijn bruin en dicht bedekt met zachte, viltige grijze haren. De 4-7 mm grote knoppen zijn oranjebruin. De knoppen zijn bruin van kleur en zijn stomp.

Bladeren - De 6-10 cm lange bladeren zijn omgekeerd eirond met een breed wigvormige voet. Eerst zijn ze donzig behaard, later worden ze aan de bovenkant kaal (dan zijn ze grijsgroen). Ze zijn gegolfd of gelobd met vier  tot acht  paar brede afgeronde, naar voren gerichte lobben. De bladsteel is 0,5-1,2 cm lang en dicht zachtharig. Deze valt pas in het volgend voorjaar af.

Bloemen - De bloemen verschijnen samen met de bladeren. De mannelijke bloemen hangen in dunne, gele katjes omlaag. De vrouwelijke bloemen zijn klein en onopvallend.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of noot. De 3,5 cm lange eikels zitten in zachtharige, geschubde napjes en zijn al in het eerste jaar rijp (oktober). Het napje bedekt ongeveer de helft van de eikel. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem -

Groeiplaats -
Familie: Fagaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website