Ecologie & verspreiding
In tegenstelling tot de Hazelaar is de Boomhazelaar geen veelstammige struik, maar een tot 25(-30) meter hoge boom met een rechte hoofdstam. De noten zijn kleiner dan die van de Hazelaar en zitten in clusters van (2-)5-6(-8) bij elkaar. Het vruchtomhulsel bestaat uit smalle, beklierde slippen, die veel langer zijn dan de noten. De bladstelen zijn langer dan bij de Hazelaar (meestal >1,5 cm). Van het aaneengesloten areaal van voor de ijstijden resteren tegenwoordig nog drie gescheiden deelarealen met oorspronkelijk wilde populaties: de Balkan, Turkije en de Kaukasus. Op de Balkan loopt de noordgrens van het areaal van Bosnië, door Servië en de Zuidwestelijke Karpaten in Roemenië naar Bulgarije. De Boomhazelaar groeit hier in hellingbossen op relatief warme zuidhellingen op een hoogte van (100-)300-800(-1300) meter. In Turkije en de Kaukasus ligt de hoogtezone met Boomhazelaar enkele honderden meters hoger. Door overexploitatie en klimaatverandering is de Boomhazelaar sterk achteruit gegaan. Het zwaartepunt van de verspreiding in de Kaukasus ligt nu in Georgië. In Iran komt de soort nog maar in 2 gebieden voor en wordt daar ernstig bedreigd. In het noordwesten van Turkije resteren nog 18 oorspronkelijke populaties van enige omvang. De Boomhazelaar stelt weinig eisen aan de bodem, is droogteresistent en bestand tegen strenge vorst en late nachtvorsten. Vanwege deze eigenschappen werd ze al in de 16 eeuw buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied in Europa als sier- en laanboom aangeplant. In enkele Midden-Europese landen is ze op kleine schaal aangeplant voor de houtproductie. In Nederland is de Boomhazelaar voor het eerst in 1594 ingevoerd door Clusius en aangeplant in de Leidse Hortus. Pas vanaf de jaren 50 word ze hier als laanboom aangeplant. Recent wordt Boomhazelaar ook aangeplant in het kader van klimaatbestendig bos. Vanaf 2006 worden er in Nederland verwilderingen geconstateerd. Aanvankelijk betrof het vooral kiemplanten nabij laanbomen in het stedelijk gebied, maar tegenwoordig worden zaailingen soms op honderden meters afstand van de ouderbomen aangetroffen. De noten zijn eetbaar en rijk aan oliën. Het hout heeft een fraaie roze tint en is geschikt voor vloeren, meubels, fineer en houtdraaiwerk. Onderstammen van Boomhazelaar worden bij de teelt van consumptie hazelnoten gebruikt. Bij bestuiving met pollen van Hazelaar kan de hybride Corylus × colurnoides C.K.Schneid worden gevormd.
In tegenstelling tot de Hazelaar is de Boomhazelaar geen veelstammige struik, maar een tot 25(-30) meter hoge boom met een rechte hoofdstam. De noten zijn kleiner dan die van de Hazelaar en zitten in clusters van (2-)5-6(-8) bij elkaar. Het vruchtomhulsel bestaat uit smalle, beklierde slippen, die veel langer zijn dan de noten. De bladstelen zijn langer dan bij de Hazelaar (meestal >1,5 cm). Van het aaneengesloten areaal van voor de ijstijden resteren tegenwoordig nog drie gescheiden deelarealen met oorspronkelijk wilde populaties: de Balkan, Turkije en de Kaukasus. Op de Balkan loopt de noordgrens van het areaal van Bosnië, door Servië en de Zuidwestelijke Karpaten in Roemenië naar Bulgarije. De Boomhazelaar groeit hier in hellingbossen op relatief warme zuidhellingen op een hoogte van (100-)300-800(-1300) meter. In Turkije en de Kaukasus ligt de hoogtezone met Boomhazelaar enkele honderden meters hoger. Door overexploitatie en klimaatverandering is de Boomhazelaar sterk achteruit gegaan. Het zwaartepunt van de verspreiding in de Kaukasus ligt nu in Georgië. In Iran komt de soort nog maar in 2 gebieden voor en wordt daar ernstig bedreigd. In het noordwesten van Turkije resteren nog 18 oorspronkelijke populaties van enige omvang. De Boomhazelaar stelt weinig eisen aan de bodem, is droogteresistent en bestand tegen strenge vorst en late nachtvorsten. Vanwege deze eigenschappen werd ze al in de 16 eeuw buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied in Europa als sier- en laanboom aangeplant. In enkele Midden-Europese landen is ze op kleine schaal aangeplant voor de houtproductie. In Nederland is de Boomhazelaar voor het eerst in 1594 ingevoerd door Clusius en aangeplant in de Leidse Hortus. Pas vanaf de jaren 50 word ze hier als laanboom aangeplant. Recent wordt Boomhazelaar ook aangeplant in het kader van klimaatbestendig bos. Vanaf 2006 worden er in Nederland verwilderingen geconstateerd. Aanvankelijk betrof het vooral kiemplanten nabij laanbomen in het stedelijk gebied, maar tegenwoordig worden zaailingen soms op honderden meters afstand van de ouderbomen aangetroffen. De noten zijn eetbaar en rijk aan oliën. Het hout heeft een fraaie roze tint en is geschikt voor vloeren, meubels, fineer en houtdraaiwerk. Onderstammen van Boomhazelaar worden bij de teelt van consumptie hazelnoten gebruikt. Bij bestuiving met pollen van Hazelaar kan de hybride Corylus × colurnoides C.K.Schneid worden gevormd.
Determinatie
Determinatiehulp Vruchten van Hazelaars
Determinatiehulp Vruchten van Hazelaars
Familie: Betulaceae
Groep: Vaatplanten
Zeldzaamheid: zeldzame soort