Zadelrob

Pagophilus groenlandicus


© Mario Acquarone

Ecologie & verspreiding
De zadelrob dankt zijn naam aan de hoefijzervormige tekening op de rug van het mannetje. Verder hebben mannetjes een zilvergrijze vacht en een zwarte kop. Vrouwtjes zijn meestal lichter gekleurd. De jongen hebben bij de geboorte een witte zijdeachtige vacht, die na ongeveer twee weken is veranderd in zilvergrijs met onregelmatige donkere en zwarte vlekken. Deze tekening blijft min of meer totdat ze geslachtsrijp zijn. Beide geslachten zijn ongeveer even groot en worden gemiddeld 170 cm lang en ongeveer 130 kg zwaar. Er is echter grote individuele en seizoensafhankelijke variatie. De zadelrob leeft op het pakijs en gaat in de winter met het zich uitbreidende ijs naar het zuiden toe. Hij wordt in het algemeen als kustbewoner beschouwd, maar gebruikt ook diep water tijdens de trek. Zwangere vrouwtjes vormen grote kraamkolonies. In de zomer zwermen zadelrobben uit over alle arctische en subarctische wateren. Zadelrobben consumeren een grote verscheidenheid aan prooien, maar eten vooral kreeftachtigen en vis. De meest getegen vissoorten zijn (in volgorde van belangrijkheid) lodde, kabeljauw, haring en arctische kabeljauw, maar er zijn grote verschillen tussen de seizoenen en locaties.
Familie: Phocidae
Groep: Roofdieren
© 2024  Zoogdiervereniging
Ga naar de volledige website