a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Odhneripisidium moitessierianum (Paladilhe, 1866)

Dwerg-erwtenmossel
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend en fenologie

Typering: Tweekleppige (Zoetwater)
Herkenning
Schelp tot 2,1 x 2,2 mm. Bleek grijswit tot bruingeel, opperhuid glanzend. Opvallend klein, stevig afgerond-driehoekig, soms meer vijfhoekig schelpje. Top achter het midden. Aan de buitenkant zeer fijne regelmatige ribben die dicht opeen of verder uit elkaar kunnen staan. Kenmerkend is aan de bovenzijde een sterke umbonale, volledig doorlopende verdikte dwarsribbel (plica). Het slot is relatief stevig, waarbij de laterale tanden op de linkerklep naar elkaar toewijzen. Slotband inwendig, ligamentgroeve lang, aan het uiteinde verbreed. In de linkerklep 2 cardinale en 2 laterale tanden, in de rechterklep 1 cardinale en 4 laterale tanden. Geen mantelbocht.
Te verwarren met:
Andere erwtenmossels, met name de forma plicata van de Doffe erwtenmossel Euglesa casertanum. De Driehoekige erwtenmossel Euglesa supinum en de Geplooide erwtenmossel Euglesa henslowana hebben ook een plica onder de top, maar deze is kleiner en loopt niet geheel door. In het algemeen zijn bij erwtenmossels kenmerken als de algemene vorm en vooral die van de slottanden zelfs voor voor specialisten ingewikkeld. Deze kunnen bovendien ook individueel binnen de soort verschillen.