Trosaardbeispinazie

Blitum capitatum


Ecologie & verspreiding
Trosaardbeispinazie staat op open, droog tot vochtige, iets ruderale, zonnige, kalkrijke, voedsel- en stikstofrijke, zandige, lemige, kleiige en grindige bodems. Ze groeit op bouw- en moesland, in ruigten en ruderale plaatsen. Deze Ganzenvoet stamt uit het Middellandse Zeegebied en uit Azië, is in West- en Midden-Europa in cultuur geweest en van daaruit ontsnapt en treedt zo nu dan nog onbestendig op. De plant komt zeer zeldzaam verspreid voor in Nederland, maar ontbreekt in het zuidoosten. De soort is o.a. te onderscheiden van Rode aardbeispinazie doordat de schijnaar niet voorzien is van schutbladen zoals bij laatst genoemde soort. Ze was vroeger in cultuur voor de bladeren die als spinazie gegeten konden worden. Het blad is rijk aan de vitamines A & C en smaakt naar hazelnoten, de eetbare zaden hebben een bietachtige smaak. Vroeger werden er goudgroene en rode kleurstoffen uit de plant gewonnen en medicinaal werd ze gebruikt tegen longaandoeningen.
Familie: Amaranthaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website