Brede waterpest

Elodea canadensis


© Adrie van Heerden

Ecologie & verspreiding
De van oorsprong Amerikaanse Brede waterpest is een invasieve exoot die vanaf het midden van 19e eeuw een belangrijke rol in de waterplantenvegetatie voor zich opeiste. Vanwege de sterke achteruitgang gedurende de tweede helft van de 20e eeuw is Brede waterpest tegenwoordig opgenomen in de Rode Lijst. De achteruitgang is vrij zeker veroorzaakt door verslechtering van de algemene waterkwaliteit. Heden ten dage is zij voornamelijk in niet te grote en ondiepe wateren aan te treffen zoals vijvers,sloten en kleine kanalen. In zoet, neutraal tot basisch, niet vervuild, meestal helder water. Brede waterpest komt verspreid voor in zowel het pleistocene als het holocene deel van Nederland en wordt wat meer aangetroffen in de kwelrijke overgangsgebieden.In Nederland zijn alleen vrouwelijke planten aanwezig, waardoor de vermeerdering geheel via vegetatieve weg moet plaats vinden. Brede waterpest kan verward worden met Smalle waterpest;van de laatste zijn de bladen smaller en achterover gekromd.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - augustus

Hoogte - 0,30-3,00 m.

Geslachtsverdeling - éénslachtig, tweehuizig

Wortels -

Stengels/takken - De stengels zijn sterk vertakt. Een deel van de stengelleden is langer dan 2 cm. De bladeren drijven vlak onder het wateroppervlak. Ze wortelen en de planten treden vaak massaal op. Als de plant uit het water wordt gehaald valt hij niet samen.

Bladeren - Aan de stengeltop liggen de bladeren als dakpannen tegen elkaar. Ze groeien in kransen van drie, maar de onderste bladeren staan tegenover elkaar. Ze zijn smal langwerpig en worden tot 1,7 cm lang. Een deel van de bladeren is breder dan drie mm. Ze hebben een stompe tot afgeronde top met een zeer klein topspitsje. Aan elke kant zitten 21-23 tandjes (te zien bij sterke vergroting) en aan de voet zitten kleine schubben.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De bloemen zijn 4-5 mm. De witte of vaak roze kroonbladen zijn zestallig. De mannelijke bloemen staan op lange draaddunne stelen. In onze omgeving komen echter alleen vrouwelijke planten voor. De stempels zijn 2-4 mm lang en de bloemdekbuis wordt tot tien cm.

Vruchten - Een bes. De gladde zaden zijn spoelvormig. De planten krijgen in onze omgeving echter geen vruchten. Er is dus geen geen zaadproductie. De planten verspreiden zich hier alleen vegetatief (via afgebroken stengeldelen).

Bodem - Zonnige plaatsen in helder, ondiep, stilstaand of rustig stromend, matig voedselrijk tot voedselrijk, zwak zuur tot kalkhoudend, bij voorkeur hard, zoet of zelden zwak brak water (vrijwel alle grondsoorten, zowel venig als humusarm, maar liefst boven een minerale bodem).

Groeiplaats - Water (vijvers, grachten, brede sloten, kanalen, afgesneden, oude rivierarmen, plassen, afgravingen en wielen) en zeeduinen (duinplassen).
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Gevoelig
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke wateren
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website