Bermooievaarsbek

Geranium pyrenaicum


© Peter Meininger

Ecologie & verspreiding
Bermooievaarsbek is een algemene, verspreid door het hele land voorkomende soort, die sinds lang is ingeburgerd in Nederland. Men kan de soort aantreffen in bermen, op dijken en op ruderale standplaatsen. Ze heeft een voorkeur voor zonnige, open plaatsen. In Nederland heeft de soort een verspreidingsoptimum in het rivierengebied en in Zuid-Limburg, maar aangezien de soort zich ook in steden thuis voelt, is het verspreidingspatroon diffuus. In het noorden van het land is zij zeldzamer, mogelijk kan zij hier in de toekomst in urbane gebieden vaker gevonden worden. Bermooievaarsbek lijkt het meest op een forse uitvoering van Zachte ooievaarsbek. Ze heeft grotere bladeren, langere kroonbladeren en de planten worden een stuk hoger dan de (meestal) laag bij de grond blijvende Zachte ooievaarsbek. Een ander verschil is de vorm van de steunblaadjes: (smal) driehoekig bij Bermooievaarsbek en meer eirond (maar vaak ingescheurd) bij Zachte ooievaarsbek.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - herfst

Hoogte - 0,20-0,60 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Penwortels.

Stengels/takken - De weinig vertakte, rechtopstaande of opstijgende stengels zijn bezet met lange, zachte, afstaande haren met daar tussen korte klierharen (tot 0,1 mm lang). Van oudere stengeldelen is de beharing vaak min of meer afgesleten.

Bladeren - De bladen zijn in omtrek rondachtig en tot de helft of tweederde deel in vijf tot negen wigvormige, aan de top getande, slippen gedeeld.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De paarsrode, roze of zelden witte, 1,4-2 cm grote bloemen staan met twee bij elkaar in een losse bloeiwijze. De aan de top diep ingesneden kroonbladen (tweespletig) zijn ongeveer dubbel zo lang als de 4-5 mm lange, toegespitste kelkbladen.

Vruchten - Een kluisvrucht. De behaarde vruchtjes groeien aan dicht behaarde, teruggeslagen stelen. De gladde deelvruchtjes zijn spaarzaam, aangedrukt behaard. Zaden met een fijn mazenpatroon. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselrijke vtot voedselrijke, goed doorlatende, zwak basische grond (zand, zavel, löss en klei). Bermooievaarsbek verdraagt sterke temperatuurswisselingen.

Groeiplaats - Bermen, rivierdijken, langs spoorwegen (spoordijken), heggen en struwelen, ruderale plaatsen, omgewerkte grond, braakliggende grond, akkers en ruigten.
Familie: Geraniaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: humeuze ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website