Moeraswolfsklauw

Lycopodiella inundata


© Adrie van Heerden

Ecologie & verspreiding
Moeraswolfsklauw prefereert open en zonnige, humus- en voedselarme, vochtige tot natte, zure, zwak basische, kalkarme, uitgesproken stikstofarme zand- en leemgrond. Ze groeit als pionier op natte plagplekken in de heide, in zandgroeven en karrensporen, op open, kale, onbemeste waterkanten, in duinvalleien en in afgeplagde bermen van zandpaden en –wegen. Nederland valt geheel binnen het Europese deel van het verspreidingsgebied van deze voornamelijk West- en Midden-Europese plant. De plant is zeldzaam op de zandgronden in het midden en noordoosten van het land en in Noord-Brabant en is zeer zeldzaam op de Waddeneilanden, in de duinen van noordelijk Noord-Holland en in Flevoland. De bladen van de kruipende stengel staan sikkelvormig omhoog gekromd en er wordt maar één sporenaar per plant gevormd. Na het vrijkomen van de sporen, die door de wind verspreid worden, sterft de plant grotendeels af, maar kan na overwintering nieuwe planten vormen uit de knoppen die aan de voet van de sporenaar werden aangelegd.
Familie: Lycopodiaceae
Groep: wolfsklauwen (sporenplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: natte heiden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website