Groot glaskruid

Parietaria officinalis


© Joop Verburg

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - oktober

Hoogte - 0,20-1,20 m.

Geslachtsverdeling - polygaam

Wortels -

Stengels/takken - De rechtopstaande stengels zijn groen of iets rood aangelopen. Ze zijn maar weinig vertakt en meestal verspreid behaard.

Bladeren - De langwerpig eironde bladeren zijn heldergroen en worden 3-12 cm. Ze zijn drie tot vijf maal zo lang als de steel. Aan de voet zijn ze wigvormig tot afgerond en aan de top lang toegespitst. Ze hebben een gave rand. De drie schutblaadjes zijn aan de voet niet met elkaar vergroeid.

Bloemen - Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in kluwens in de bladoksels. Ze zijn viertallig, klein, groenig en vaak tweeslachtig. De meeldraden zijn geel.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zwarte zaden zijn 1,2-1,9 mm. Het bloemdek sluit na de bloei als een urntje om het nootje en wordt dan nauwelijks langer (ongeveer 2 mm). De vrije bloemdekslippen blijven heel kort. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Licht beschaduwde, zelden zonnige, warme plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, omgewerkte grond (op plekken waar humus en minerale bestanddelen met elkaar worden vermengd) en op stenige plaatsen.

Groeiplaats - Beschutte omgewerkte grond, aan de voet van muren, rotsen, bosranden, heggen, struwelen (voedselrijke zomen), bossen (loofbossen, met name aan de voet van hellingen en parkbossen), zeeduinen, stadswallen, ruderale plaatsen, onder stoeproosters en trottoirkanten.
Familie: Urticaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke zomen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website