Gewoon timoteegras

Phleum pratense


© Peter Meininger

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,40-1,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Soms met ondergrondse uitlopers.

Stengels/takken - De stengelvoet is al of niet verdikt en soms raapvormig. Soms kruipt een deel van de bebladerde stengels en vormt zo uitlopers. Timoteegras groeit in pollen.

Bladeren - De lichtgroene bladeren zijn ruw, 3 tot 8 mm breed en hebben vaak een enigszins golvende rand. Het tongetje is 3 tot 5 mm lang.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 5 tot 30 cm lange en 0,5 tot 1 cm brede aarpluim is aan de voet plotseling afgeknot. De pluim is geelachtig tot donkergroen en heeft zeer korte zijtakken. De aartjes zijn langwerpig-hartvormig. De kelkkafjes zijn niet met elkaar vergroeid. Ze zijn ruig gewimperd, aan de top plotseling afgeknot en in een 1 tot 3 mm lange, iets naar buiten gebogen naaldvormige spits versmald. Ze zijn 2 tot 4 keer zo lang als de kafnaalden. De helmknoppen zijn iets paarsig.

Vruchten - Een graanvrucht. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).

Bodem - Zonnige plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, maar niet te zwaar bemeste grond (allerlei grondsoorten).

Groeiplaats - Grasland (hooiland en weiland), bermen en dijken.
Familie: Poaceae
Groep: eenzaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: vochtige, bemeste graslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website