Viltganzerik

Potentilla argentea


© Hans Toetenel

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - juli

Hoogte - 0,15-0,30 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een forse penwortel, die aan de top overgaat in een houtige wortelstok. Worteldiepte tot 1 meter.

Stengels/takken - De meestal opstijgende stengels zijn taai. Op betreden plaatsen liggen ze op de grond.

Bladeren - De gesteelde bladen zijn handvormig, meestal 7-tallig of soms 5-tallig. Aan de bovenkant zijn ze dofgroen en van onderen wit door een viltige beharing van gekromde haren. De deelblaadjes zijn veervormig gelobd met hoogstens 9 lobjes. De, bladrand is iets naar omlaag gebogen.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een wijd, rijkbloemig bijscherm met gele, 5-tallige, 1 tot 1,5 cm grote bloemen. De kroonbladen zijn nauwelijks langer dan de kelk. De kelk en de bijkelk zijn witviltig.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, min of meer open plaatsen op droge, zwak zure, kalkarme tot iets kalkhoudende, vaak omgewerkte, voedselarme en humusarme grond (zand, grind en andere stenige plaatsen). Op plekken met een laag blijvende vegetatie en is bestand tegen enige betreding.

Groeiplaats - Bermen (langs paden), dijken, grasland (weinig of niet bemeste weiland), verlaten akkers, zeeduinen, afgravingen (zand- en steengroeven), langs spoorwegen (spoorwegterreinen), langs of op oude muren, hellingen, molenbelten, oude mijnterreinen en rotsachtige plaatsen.
Familie: Rosaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: droge, zure graslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website