Haaksterrenkroos

Callitriche brutia


© R. van Leeuwen

Ecologie & verspreiding
Haaksterrenkroos wordt in Nederland voornamelijk gevonden in de pleistocene (zand) gebieden en in de duinen. Van de inheemse sterrenkroos soorten groeit het Haaksterrenkroos in de meest voedselarme omstandigheden. De soort lijkt in de laatste decennia sterk vooruit te zijn gegaan, maar dat is vrij zeker het effect van de grotere aandacht die botanici aan het geslacht Sterrenkroos besteden. Ook de relatief goede herkenbaarheid van Haaksterrenkroos heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de vele vondsten in de afgelopen decennia. Belangrijk voor de herkenning is de kenmerkende bladtop van de lijnvormige (onderwater) bladeren en - een verschil met alle inheemse sterrenkrozen - de teruggeslagen stijl die stijf tussen de twee deelvruchtjes ligt. Ondanks dat bij Haaksterrenkroos (net als Rond sterrenkroos)  de bestuiving onder water plaats vindt, is zij vaak te vinden op drooggevallen oevers en bospaden. Op dergelijke locaties zijn druppels dauw onontbeerlijk voor de geslachtelijke voortplanting.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - -

Hoogte - 0,10-0,60 m.

Geslachtsverdeling -

Wortels -

Stengels/takken - Op drooggevallen plekken zie je liggende tot opstijgende stengeltjes met langwerpige bladeren. Onderwaterstengels sterven grotendeels af.

Bladeren - De rozetten zijn min of meer schotelvormig verdiept. De blaadjes zijn elliptisch tot spatelvormig, maar soms zijn alle blaadjes lijnvormig. De blaadjes van landvormen zijn kleiner, elliptisch en meestal donkergroen. Ze zijn aan de top verbreed en zeer diep uitgerand en daardoor tweetoppig.

Bloemen - Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De alleenstaande bloemen zijn meestal ondergedoken, maar soms groeien ze boven water. De stijlen zijn teruggekromd. De schutbladen zijn sikkelvormig. De meeldraden en stijlen van de watervormen bevinden zich onder het wateroppervlak, bij landvormen gebeurt de bestuiving in een waterdruppel.

Vruchten - Een splitvrucht. De ronde, 1,2-1,5 mm grote vruchtjes zijn zwart met helemaal teruggeslagen, aanliggende stijlresten. De deelvruchtjes zijn smal gevleugeld. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen in stromend of stilstaand, ondiep (maar vaak dieper dan bij Gesteeld sterrenkroos), vaak koel, helder, zoet, matig voedselarm tot matig voedselrijk, vaak zwak zuur, kalkarm water met een bodem van zand of leem, zelden op klei.

Groeiplaats - Water (meren, beken, grotere plassen, poelen, sprengen, afwateringskanaaltjes, kwelsloten en zandafgravingen) en soms als landvorm in bossen (op natte bospaden).
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: voedselrijke wateren
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website