Bosandoorn

Stachys sylvatica


© John Breugelmans

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - juni - augustus

Hoogte - 0,50-1,00 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een kruipende wortelstok met bovengrondse uitlopers.

Stengels/takken - De rechtopstaande, klierharige stengels zijn vaak vertakt. De plant verspreidt een onaangename geur.

Bladeren - De onderste, sterk geurende bladeren zijn breed eirond. Ze hebben een diep hartvormige voet en een toegespitste top. Ze zijn grof gekarteld-gezaagd met een lange steel. De bovenste bladeren zijn smaller en met een kortere steel.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen schijnkransen met meestal zes bloemen. Ze zijn donker-paarsrood met witte vlekken en 1,2-1,8 cm. De onderlip is bijna twee keer zo lang en heeft een honingmerk. De dicht behaarde kelk is 4-7 mm.

Vruchten - Een splitvrucht. De vrucht bestaat uit vier nootjes. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Licht tot matig beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humeuze, zwak zure tot kalkhoudende grond (op leem, slibhoudend of lemig zand, zavel, klei, löss en mergel). Vaak op verstoorde plaatsen.

Groeiplaats - Bossen (loofbossen en parkbossen), heggen, bosranden, struwelen, langs holle wegen, bermen, akkers (akkerranden), tuinen, langs spoorwegen (spoordijken), bij buitenplaatsen, uiterwaarden en waterkanten (hogere delen van beekoeverwallen en langs sloten en rivieren).
Familie: Lamiaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: algemene soort
Ecologische groep: droge, voedselrijke bossen
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website