Zinkviooltje

Viola lutea subsp. calaminaria


© Annie Vos

Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - april - juli

Hoogte - 0,10-0,40 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Met ondergrondse uitlopers.

Stengels/takken - Zinkviooltje vormt losse, veelstengelige pollen.

Bladeren - De onderste bladeren zijn eirond. De bovenste bladeren zijn smaller. De steunblaadjes zijn handvormig gedeeld. De eindslip is niet veel langer dan de slippen aan de zijkanten.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kroonbladen zijn geel of soms voor een deel blauwpaars. De bloemkroon is 2 tot 2½ cm groot. De kelkbladen zijn ongeveer 7 tot 9 mm lang. De spoor steekt meestal 1 tot 3 mm buiten de kelkaanhangsels uit.

Vruchten - Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, zinkhoudende grond.

Groeiplaats - Grasland (zinkweiden langs de Geul en kalkgrasland), vroegere stortplaatsen van mijnsteen en slakken uit de zinkertsgroevenen boven nog niet ontgonnen ertsaders.
Familie: Violaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: kalkgraslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website