Fijnstengelige vrouwenmantel

Alchemilla filicaulis


Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - mei - herfst

Hoogte - 0,10-0,30 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Een houtige, voor een deel boven de grond kruipende wortelstok.

Stengels/takken - De stengel en bladstelen zijn afstaand behaard. De bloemstelen zijn ook in het bovenste deel rondom behaard.

Bladeren - De stengelbladen zijn meestal duidelijk gelobd. De steunblaadjes van de stengelbladen verdrogen niet snel en zijn vaak roze tot rood aangelopen.. De bovenkant van de wortelbladen is behaard.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn 3-6 mm breed. De kelkbuis is meestal vrij dicht behaard. De groengele bloemen zijn 2-4 mm. Er zijn geen kroonbladen, maar wel vier  kelkbladen, vier  bijkelkbladeren, vier  meeldraden waarvan de helmknoppen niet openspringen en één  onderstandige stamper. De kelkbladen zij iets korter tot iets langer dan de kelkbuis. Na de bloei staan ze schuin omhoog gericht. De bijkelkbladen zijn veel kleiner dan de kelkbladen.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem - Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op grazige, vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke grond.

Groeiplaats - Grasland (nat, bemest grasland) en waterkanten (langs beken).
Familie: Rosaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Ecologische groep: natte, bemeste graslanden
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website