Afghaanse duizendknoop

Persicaria wallichii


© Willem Braam

Ecologie & verspreiding
Afghaanse duizendknoop staat in ruderale, vochtige en humeuze ruigten en op de oevers van waterlopen, is in Nederland te vinden in bermen en bij landgoederen, in bossen en struikgewas. De met rhizomen overblijvende plant stamt oorspronkelijk uit de Himalaya, Zuidwest-China, India, Myanmar, Pakistan en mogelijk Afghanistan, wordt als tuinplant gekweekt en is plaatselijk ingeburgerd in West-Europa en is invasief aan de westkust van Canada en U.S.A. De soort is zeldzaam in Nederland (ingeburgerd na 1900) en komt verspreid in ons land voor. Ze plant zichzelf voornamelijk vegetatief voort. Nieuwe groeiplaatsen ontstaan vooral uit dumping van tuinafval en verplaatsing van door rhizomen vervuilde grond. Ze is herkenbaar aan haar grootte (tot 1,8 m), de kale, holle stengels en de losse bloeipluim met rode bloemsteeltjes en witte, niet gevleugelde en ongelijke bloemdekbladen. De langwerpige-driehoekige bladeren hebben vaak rode nerven, een afgeronde bladvoet en een spitse top. Onmiskenbaar is het tuitje bruin, spits en soms langer dan de internodiën. De bladeren, stengels en het zaad zijn eetbaar.
Herkenning (bron: wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra)

Bloeitijd - augustus - oktober

Hoogte - 1,00-1,50 m.

Geslachtsverdeling - tweeslachtig

Wortels - Ondergrondse uitlopers.

Stengels/takken - Dichte groepen vormend.

Bladeren - De bladen zijn 4-10 cm breed, langwerpig tot lancetvormig en met een afgeknotte of iets hartvormige voet en een lang toegespitste top. De randen zijn gegolfd. Aan de onderzijde zijn ze vaak behaard.

Bloemen - Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Een eindstandige, grote, brede pluim van witte of soms iets roze bloemen met een regelmatig bloemdek. Alle bloemdekbladen zijn ongevleugeld. De bloemsteeltjes zijn rood.

Vruchten - Een eenzadige dopvrucht of nootje. Er worden echter in onze omgeving nooit rijpe zaden gevormd. Vermeerdering gebeurt hier uitsluitend langs vegetatieve weg. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bodem -

Groeiplaats -
Familie: Polygonaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Status: exoot (na 1900 verwilderd of aangeplant)
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Ecologische groep: humeuze ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website