Chinese boksdoorn

Lycium chinense


Ecologie & verspreiding
Chinese boksdoorn staat op droge, kalk- en voedselrijke, zure tot basische, humusarme zand-, leem- en kleibodems. Ze groeit in struikgewas langs rivieren, op hellingen en taluds, op zoute plekken en in bermen. De oorspronkelijk Oost-Aziatische plant wordt al sinds de 18e eeuw in Europa ingevoerd. In Nederland is ze slechts een enkele keer uit cultuur ontsnapt. Het is een zwak giftige pionier met een grote lichtbehoefte en met sterke wortelopslag en is daarmee goed aangepast aan erosie en verstuiving. Ze heeft boogvormig overhangende takken die al of niet zwakke doorns dragen, bloeit wel en krijgt ook bijenbezoek maar zet hier nooit zaad. De bladeren zijn rijk aan vitamine A, zijn eetbaar en worden voor thee gebruikt of worden rauw of gekookt in soepen en salades verwerkt. De vuurrode, langwerpige, bessen worden aangewend in de traditionele Chinese geneeskunst o.a. tegen lever- en nierkwalen.
Familie: Solanaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website