Groot gaffeltandmos

Dicranum majus


© Klaas van der Veen

Ecologie & verspreiding
Dicranum majus is aangetroffen op humusrijke zandgrond in oude loofbossen, vooral in Drenthe en Gelderland (vooral de Veluwe), in mindere mate in Gaasterland en aan de binnenduinrand. Hoewel het een voorkeur aan de dag legt voor oudbosgebieden is Dicranum majus ook bekend van jonge naaldbossen. Zo was D. majus omstreeks het midden van de 20ste eeuw niet echt zeldzaam in jonge lariksopstanden in Drenthe. Recent zijn ook vondsten gemeld uit jonge Brabantse sparren- en dennenbossen, greppelkanten en met humus opgevulde bosvennetjes. Dicranum majus prefereert beschutte plekken, maar op Texel en Ameland is Dicranum majus gevonden op noordhellingen in open duin. Zoals zoveel andere terrestrische bosmossen is ook deze zeldzame soort slachtoffer van strooiselaccumulatie. Vooral in aftakelende strubben- en eikenspaartelgenbossen met veel slecht verterend strooisel verdwijnt de soort. Bovendien worden veel bossen donkerder en doet ook de ondergroei van bramen en struiken de soort geen goed. Dicranum majus is een forse soort met lange, sterk sikkelvormig gekromde blaadjes. Fors ontwikkelde exemplaren van Dicranum scoparium lijken soms als twee druppels water op D. majus, dus maak altijd een dwarsdoorsnede van de nerf.
Familie: Dicranaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Arm bos
Substraatvoorkeur: grof strooisel
Controle: veldwaarneming
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website