Kussentjesmos

Leucobryum glaucum


© Jan Kersten

Ecologie & verspreiding
Ecologie

Leucobryum glaucum groeit vooral in loofbossen op voedselarm humeus zand, zowel op het Pleistoceen als in de duinen. Ook groeit de soort in blauwgraslanden, alsmede in moerasheiden in de laagveengebieden. Leucobryum komt niet voor in bossen op kalkbodems. Het onmiskenbare Kussentjesmos behoort tot de bekendste mossen van ons land, mede door het gebruik in bloemstukjes. De kussens van Leucobryum glaucum groeien slechts langzaam en kunnen zeer oud worden. Sporenkapsels worden slechts zelden gevonden. Dit zeldzame voorkomen is behalve met tweehuizigheid ook in verband gebracht met klimaatsfactoren. Kapselvorming zou vooral voorkomen op beschutte plaatsen in gebieden met een hogere neerslag zoals op en rond de Veluwe maar een sluitende verklaring is dit geenszins. De indruk bestaat dat de kussens van Leucobryum thans kleiner blijven dan een eeuw geleden het geval was. Luchtverontreiniging wordt wel verondersteld als oorzaak voor deze afname in grootte maar bewijzen zijn daar niet voor.

Verspreiding

Kussentjesmos is algemeen in de bossen op de zandgronden en in de binnenduinrandbossen. Met het ouder worden van de bossen zou een toename van Leucobryum verondersteld mogen worden maar volgens analyses is sprake van achteruitgang met ca 25 %. Hier zijn geen duidelijke reden voor aan te geven. De soort wordt wel verzameld voor commerciële doeleinden, met name voor kerststukjes (Van Tooren & Pelsma, 1997) maar dit kan de achteruitgang niet verklaren. Wel is er sprake van een sterke achteruitgang in natte heiden, vooral door verdroging en vergrassing. Het voorkomen op de Waddeneilanden dateert van de laatste decennia. Pas recent zijn de bossen daar zo oud geworden dat vestiging op is getreden.

Summary

Leucobryum is common in woodlands and can be found also in wet heathlands and nutrient poor wet grasslands. Although still common, there is a significant decrease of the species. In wet heathlands this will be caused bij lowered water tables and outcompeting by e.g. Molinia caerulae, but in woodlands the decrease is more difficult to explain. 

Familie: Leucobryaceae
Groep: Bladmossen
Status: Niet bedreigd
Zeldzaamheid: vrij algemene soort
Biotoopvoorkeur: Arm bos
Substraatvoorkeur: grof strooisel
Controle: veldwaarneming
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website