Wollige bisschopsmuts

Racomitrium lanuginosum


© Laurens Sparrius

Ecologie & verspreiding
De cosmopolitische Racomitrium lanuginosum heeft in ons land een bijzondere ontwikkeling doorgemaakt. Westhoff & Den Held (1969) meldden R. lanuginosum als kensoort van de Dopheide-associatie. Tijdens een onderzoek aan deze associatie rond 1990 werd de soort hier echter niet meer aangetroffen. Wellicht is de verdwijning hier, evenals die van Campylopus brevipilus, het gevolg van atmosferische depositie van ammoniak. Tijdens een inventarisatie in 1988 werd R. lanuginosum, vrijwel steeds in gezelschap van R. canescens var. intermedium, wel aangetroffen op zes locaties in beschut gelegen zandverstuivingen in dennenbossen in de driehoek Amersfoort-Zeist-Doorn. Ook in 2006 is de soort nog op de Utrechtse heuvelrug aangetroffen. De verdwijning uit vochtige heiden is in de afgelopen decennia rijkelijk gecompenseerd door de verschijning op grinddaken. In Steenwijk vestigden zich in 1987 op een in 1975 gebouwd verzorgingstehuis op het grinddak de eerste plukjes R. lanuginosum, die zich hierna in snel tempo uitbreidden. Op het dak van een oude melkfabriek te Wapse werden zelfs vierkante meters R. lanuginosum aangetroffen en in Doorn woeien bij een storm in 1994 grote plukken van daken aan de Kampweg. Het is vrijwel zeker dat de belangrijkste uitbreiding van deze soort zich aan het oog heeft onttrokken.
Familie: Grimmiaceae
Groep: Bladmossen
Status: Rode Lijst: Bedreigd
Zeldzaamheid: zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Heide en heidebebossing
Substraatvoorkeur: op allerlei bodems
Controle: veldwaarneming
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website