Berghaarmos

Polytrichum alpinum


© Michael Lueth (www.milueth.de)

Ecologie & verspreiding
Ecologie

Polytrichum alpinum is een arctisch-alpiene soort die in ons land vooral in en langs greppels in bossen op (vaak lemig) zand groeit, meestal samen met Atrichum undulatum. In het Robbenoortbos betrof het kalkarm zand in een dennenaanplant, in de Sliedrechtse Biesbosch ietwat zandige klei op de wortelkluit van een omgevallen populier, en in Brabant greppelranden en een boomstronk langs een greppel in loofbos. Bij Willemsoord groeide de soort op een op het noordoosten geëxponeerde lemige greppelwand langs de snelweg, omringd door Polytrichum formosum met als gezelschap verder Ceratodon purpureus, Brachythecium albicans en Polytrichum piliferum. Op dezelfde greppelwand zijn Cephaloziella stellulifera en Pogonatum urnigerum verzameld. In Hoogeloon stonden de planten op het talud van een droge, zandig-lemige, op het noorden geëxponeerde greppel langs een doorgaande weg, grenzend aan een weiland, net buiten het dorp. In berggebieden staat de soort doorgaans op nog minder beschutte plekken op zure, minerale grond, zoals keileem, zand en verweringsbodems, vaak op plekken met wat humus in het substraat. De soort is tweehuizig, en is in ons land nooit met sporenkapsels gevonden.

Verspreiding

Polytrichum alpinum is in 1979 in het Robbenoordbos in de Wieringermeer gevonden. De volgende vondst was in Hoogeloon (Brabant) in 1992 (inmiddels weer verdwenen) en de derde vondst in 1994 bij Willemsoord in Overijssel. Daarna volgden de Sliedrechtse Biesbosch in 2000 en nog twee vondsten in Brabant, bij Fort Wijboschbroek en op het landgoed De Utrecht. In België is de soort eenmaal gevonden in Vlaanderen en daarnaast op een enkele plek in Wallonië. In Duitsland en Groot-Brittannië is de soort algemeen in het hooggebergte en vrij regelmatig te vinden in het middelgebergte, maar zeldzaam tot afwezig in het laagland.

Summary

The arctic-alpine species Polytrichum alpinum has been found on five places in the country, starting in 1979. Mostly it was found in or along ditches on loamy sand, once on sandy clay on the upturned base of a fallen poplar.

Groep: Bladmossen
Status: Onbestendig (slechts incidentele kortstondige vindplaatsen; geen aanwijzingen dat soort hier langer dan 10 jaar aaneengesloten in Nederland voorkwam)
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Arm bos
Substraatvoorkeur: grof zand en gruis
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website