Klein varentjesmos

Plagiochila porelloides


© Dick Haaksma

Ecologie & verspreiding
Ecologie

Plagiochila porelloides is in de ons omringende landen niet zeldzaam op meer of minder beschaduwde, niet te zure rotsen (soms ook op boomwortels of hout) in bossen in het heuvelland, bij voorkeur op plekken met tamelijk hoge luchtvochtigheid. In ons land groeit de soort tegen de zijkant van holle wegen bij de Plasmolen, op natte mergelwanden en beschaduwd beton in Zuid-Limburg, en in enkele op het noorden geëxponeerde kalkgraslanden. Geïsoleerde vondsten elders in het land betreffen aangevoerde rotsblokken bij een waterval in bos, op beschutte aarde tussen uit België en Duitsland aangevoerde rotsblokken op steenstort in een werkhaven, op de bodem in een Japanse tuin en op een steile noordhelling in de duinen van Texel. Begeleidende soorten zijn onder meer Encalypta streptocarpa, Mnium hornum, Mnium marginatum, Mnium stellare, Oxyrrhynchium schleicheri, Rhytidiadelphus triquetrus en Thuidium tamariscinum. Plagiochila porelloides is in ons land slechts eenmaal met perianthen gevonden (1971, Berg en Bos bij Apeldoorn). De planten vormen vaak flagelachtige takken, maar of deze bijdragen aan vegetatieve voortplanting is niet bekend.

Verspreiding

Plagiochila porelloides is in ons land vrijwel beperkt tot Z-Limburg, waar de soort in 2003 nog gevonden is bij Geulhem. Tot 1950 kwam de soort ook voor op de St-Jansberg bij de Plasmolen. Verder is de soort enkele malen elders gevonden zoals in Berg en Bos bij Apeldoorn (1966, 1972, vermoedelijk aangevoerd), bij Hellevoetsluis (1967, eveneens vermoedelijk aangevoerd), op een noordhelling in de duinen van Texel (1997) en bij Den Haag (laatste rapportering 2002). De groeiplaats bij Den Haag betreft de Japanse tuin bij Wassenaar waar de soort waarschijnlijk eveneens is aangevoerd. De soort is vrij algemeen in Duitsland, Groot-Brittannië en het zuidelijk deel van België.

Summary

Plagichila porelloides is almost restricted to the hilly landscapes of South-Limburg in the far south of the country, although in the past it was also found at the St. Jansberg near Mook in the east. Except for an enigmatic site on a north-exposed slope in the dunes of the island of Texel, at sites elsewhere in the country the species was growing on human-transported substrates, usually stones from Belgium and Germany, and so the plants may have been imported as well. The same has been assumed for the site near The Hague, where the species grows in a ‘Japanese garden’.

Groep: Levermossen
Status: Rode Lijst: Ernstig bedreigd
Zeldzaamheid: zeer zeldzame soort
Biotoopvoorkeur: Rijk bos
Substraatvoorkeur: grof strooisel
© 2024  BLWG
Ga naar de volledige website