Dille

Anethum graveolens


© Gertjan van Mill

Ecologie & verspreiding
Dille prefereert open, zonnige en warme, vochtige, voedselrijke, goed gedraineerde, losse zand- en leemgrond. Ze groeit nabij woningen, in akkers en in ruderale ruigten. De welriekende plant stamt oorspronkelijk uit Zuidwest- en Zuid-Azië en wordt al meer dan 2000 jaar gecultiveerd en is tegenwoordig wereldwijd verspreid. De soort is zeldzaam verwilderd in heel Nederland. Dille wordt door insecten bestoven of bestuift zichzelf, zaait zichzelf uit of wordt door de mens verspreid. Ze wordt als toekruid gebruikt en stimuleert een gezonde spijsvertering. Medisch werd Dille vroeger aangewend tegen o.a. hoofd- en maagpijn en tegen leverkwalen. Tegenwoordig wordt de gewonnen olie gebruikt in cosmetica en is verder antibacterieel en schimmelwerend. Dille lijkt veel op Venkel maar is o.a. eenjarig, heeft een altijd hol blijvende stengel en een bladschede die aan de top is ingesneden. Venkel daarentegen is meerjarig, heeft een massieve stengel (pas later met een kleine holte) en lange bladscheden met een mutsvormige top.
Familie: Apiaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Zeldzaamheid: vrij zeldzame soort
Ecologische groep: voedselrijke ruigten
© 2024  FLORON
Ga naar de volledige website