|
Persicaria lapathifolia (L.) Gray
Beklierde duizendknoop
|
Ecologie & verspreiding Beklierde duizendknoop staat op open en zonnige, voedselrijke, vochtige tot natte, stikstofrijke, omgewerkte bodems, die uit allerlei grondsoorten kunnen bestaan. Op arme zandgrond is ze schaars. De eenjarige plant groeit op (hakvrucht)akkers, in omgewerkte bermen en ruigten, op gecultiveerde en ruderale grond, langs plassen, meren, sloten en kanalen mits het vegetatiedek niet gesloten is en verder langs rivierstrandjes. De soort kan opgesplitst worden in 4 ondersoorten die moeilijk uit elkaar te houden zijn en die bovendien ook weer met elkaar kunnen kruisen wat de determinatie nog meer bemoeilijkt. Het is een kosmopoliet die over alle werelddelen verspreid is. Het taxon in zeer algemeen in Nederland en is praktisch overal aan te treffen. Deze plant heeft rolronde, dikke schijnaren, het tuitje is vrijwel loodrecht afgesneden en er zijn geen duidelijke wimpers aanwezig. De onderste bladeren zijn behaard, de bovenste bladeren zijn verder ook nog van klieren voorzien. De kaartjes van de ondersoorten laten zien dat er nauwelijks naar omgekeken is en wordt. Zie ook verder ook bij de vier ondersoorten.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015
| EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op natte tot vochtige, voedselrijke, stikstofrijke, niet zure en meestal omgewerkte grond (op de meeste grondsoorten). GroeiplaatsAkkers (zandige akkers en hakvruchtakkers), braakliggende grond, opgespoten grond, ruigten, omgewerkte of pas ingezaaide bermen, waterkanten (kanalen, sloten, vijvers, plassen en op aanspoelselgordels van rivieren) en ruderale plaatsen (o.a. bij persvoerkuilen en mesthopen).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer algemeen. VlaanderenZeer algemeen, maar iets minder in de Limburgse Kempen. WalloniëAlgemeen, maar zeldzamer ten zuiden van de lijn Samber en Maas. WereldWereldwijd.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurKops, J. & H.C. van Hall (1832) Polygonum lapathifolium - bleekbloeijende Duizendknoop Flora Batava 6: 442-442 Kops, J. & H.C. van Hall (1844) Polygonum lapathifolium var. nodosa, ochreis integerrimis - Bleekbloeijende Duizendknoop met gezwollen geledingen Flora Batava 8: 602-602 Sanchez, A., T.M. Schuster & K.A. Kron (2009) A large-scale phylogeny of Polygonaceae based on molecular data. International Journal of Plant Sciences 170: 1044-1055 Wisskirchen, R. (1995) Zur Bestimmung der Unterarten von Polygonum lapathifolium L. s.l. Floristische Rundbriefe 29: 1-25 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Caryophyllales | Familie: | Polygonaceae | Persicaria lapathifolia (L.) Gray (1821) | Nederlands: | Beklierde duizendknoop | Engels: | Pale Persicaria | Duits: | Ampferknöterich | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | De Nederlandse naam duizendknoop komt van de plaatselijke verdikkingen op de stengel (de knopen). Persicaria betekent perzikkruid (de bladeren lijken op die van de Perzik). Lapathifolia betekent met bladen van zuring (de bladeren lijken op die van zuring).
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | Synoniemen: | Polygonum lapathifolium | Inclusief deze taxa:
Persicarialapathifoliasubsp.brittingeri, Persicarialapathifoliasubsp.lapathifolia, Persicarialapathifoliasubsp.mesomorpha, Persicarialapathifoliasubsp.pallida | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Subsp. lapathifolia: Rechtopstaande, donkergroene stengels die soms rood aangelopen zijn. Subsp. pallida: Dofgroene, opstijgende tot rechtopstaande stengels. Subsp. brittingeri: Stengels liggend of aan de top opstijgend. Bladeren De eironde tot meestal langwerpige of lijn-lancetvormige bladen hebben meestal een zwarte vlek. De onderste jonge bladen zijn aan de onderkant min of meer viltig behaard. Op de onderkant van de bovenste bladen groeien geelachtige, ronde klieren (Perzikkruid heeft niet zulke klieren). Subsp. lapathifolia: De bladen zijn aan de onderzijde kaal of soms (op droge plaatsen) iets behaard. Gewoonlijk zijn ze lancetvormig met een min of meer spitse top en een gegolfde rand en met meestal een zwarte, halvemaan- tot hoefijzervormige vlek. Subsp. pallida: De bladen zijn gewoonlijk langwerpig en vaak onduidelijk gevlekt. Subsp. brittingeri: De onderste bladen zijn breed, bijna cirkelrond tot elliptisch en stomp. De hogere bladen zijn elliptisch of eirond en spitser. Alle bladen zijn aan de onderzijde meestal viltig en aan de bovenzijde vrijwel steeds donker gevlekt. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in dichtbloemige schijnaren. Ze zijn roze, groen of groenwit. De bloemstelen hebben geelachtige klieren. Subsp. lapathifolia: De bloeiende plant ruikt opvallend zoetig. De schijnaren zijn dun en vaak slap (knikkend). Het bloemdek is wit (soms rozerood) met een groene voet. Na de bloei wit blijvend. Met weinig kliertjes. Subsp. pallida: De schijnaren zijn dikker dan die van de Knopige duizendknoop, vooral als de vruchten rijp zijn, en staan rechtop. Het bloemdek is aanvankelijk wit met een groene voet, later vaak helemaal groen (zelden helemaal roodachtig) en met vele kliertjes. Subsp. brittingeri: Aren meestal trosvormig samengevoegd in een korte bloeiwijze. Het bloemdek is wit met een groene voet, later wit blijvend of roodachtig (dus niet groen wordend) en met vele kliertjes. Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De dopvruchten zijn lensvormig afgeplat. De zaadjes zijn glanzend zwart. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes). Subsp. lapathifolia: De nootjes zijn kleiner dan die van de andere ondersoorten en vaak iets langer dan breed. Subsp. pallida: De nootjes zijn groter en in omtrek rond.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. © NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiend Fenologie vruchtdragend![](/toonFenologieDiagram.aspx?lifestage=5&soortnummer=973) Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021. De bloeiperiode is dit jaar 1 dagen later dan het langjarig gemiddelde.
|