| Zomergroen |
Zomergroen |
| Groeit onder drogere omstandigheden |
Kan onder zeer vochtige omstandigheden groeien |
| Vormt geen kniewortels (luchtwortels) |
Vormt zeer fraaie luchtwortels |
| Takken meer omhoog gericht |
Takken bijna recht afstaand |
| Takken en twijgen verspreid ingeplant |
Takken en twijgen verspreid ingeplant |
| Bladknoppen in de winter goed zichtbaar |
Bladknoppen in de winter bijna niet zichtbaar |
| Knoppen lopen april-mei uit |
Knoppen lopen mei-juni uit |
| Zijtwijgjes spiraalsgewijs ingeplant, tot 12 cm lang |
Zijtwijgjes verspreid ingeplant, tot 10 cm lang |
| Kortloten tegenoverstaand |
Kortloten verspreid |
| Naalden tegenoverstaand in twee rijen |
Naalden verspreid in twee rijen |
| Naalden 1 tot 3 cm lang |
Naalden aan kortloten 1 cm lang |
| Naalden aan de onderzijde grijsgroen |
Naalden aan de onderzijde met twee grijze strepen |
| Naalden allemaal dezelfde vorm |
Naalden aan de langloten schubvormig |
| Mannelijke bloemen in katjes |
Mannelijke bloemen in katjes |
| Vrouwelijke bloemen aan de laatste 20 cm van hoofd- en zijtwijgen |
Vrouwelijke bloemen aan de uiteinden van vorig jaar gevormde twijgen |
| Kegels met een 5 cm lange steel, bolvormig, tot 2,5 cm doorsnede, zonder stekelpunt op de schubben |
Kegels met een zeer korte steel, bolvormig, tot 3 cm doorsnede, met een centraal geplaatste stekelpunt op de schubben |
| In de herfst vallen de zijtwijgjes af met de naaldjes |
In de herfst vallen de zijtwijgjes met de naalden af samen met de kortloten (dat zijn takken zonder knoppen) |
| Naalden vallen in enkele dagen af |
Houdt in de herfst lang de verkleurde naalden vast |
| Knoppen zijn ingeplant onder de zijtwijgjes en niet in de oksels (dit is uniek voor deze soort) |
Knoppen zitten verzonken achter een schubje verspreid over de twijg
|