a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Alcyonidioides mytili (Dalyell, 1848)

Mosselmosdiertje
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Het Mosselmosdiertje vormt een goed aangehechte kolonie die bestaat uit een onverkalkte korst op allerlei soorten substraten en is daardoor moeilijk af te pellen. Jonge zoïden aan de kolonierand zijn heel dun en volledig transparant. De polypide is goed zichtbaar in de achthoekige of onregelmatig veelhoekige zoöecia. Oudere koloniedelen zijn dikker (tot 2 mm). Door knopvorming ontstaat een nieuwe laag zoïden bovenop die oude, die samengedrukt worden. Hun frontaal oppervlak is licht convex en minder doorschijnend, meestal bruin, ook wit of grijs, vaak bedekt met een diatomeeënlaag. Gedurende het groeiseizoen slaan de zoïden vetdruppeltjes op waardoor ze een witte schijn krijgen. Polypidendegeneratie leidt tot de vorming van 1 of 2 bruine lichamen die blijven bestaan gedurende opeenvolgende polypidengeneraties. Zo bevatten zoïden naast de polypide typisch 1 tot 5 bruine lichamen. De polypide draagt 13 tot 18 tentakels doch meestal 15 of 16.
Te verwarren met:
Uitgebreide kolonies van het Mosselmosdiertje op andere substraten dan mossels zijn moeilijk te onderscheiden van verwante soorten.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto52072
foto52073
foto52074