a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Crisularia plumosa (Pallas, 1766)

Spiraalmosdiertje
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Het Spiraalmosdiertje heeft langwerpige, vederige bosjes die spiraalvormig zijn ingeplant op een hoofdsteel. De totale lengte is maximaal 8 cm. De kolonies zijn licht bruingeel-oranje. De takjes bestaan uit twee rijen zoïden. De zoïden zijn tenger, proximaal zijn ze het smalste. Driekwart tot bijna heel het frontale oppervlak is membraneus. De binnenhoek heeft geen stekel. De distale buitenhoek heeft één opvallende stekel. De polypide hebben 14 tentakels. De avicularia zijn heel klein, hun lengte is minder dan de breedte van een zoïde. De bek is zwak omlaag gebogen. Een broedkamer met embryo’s ziet er bolrond uit. De embryo’s zijn geel, van juli tot september. De ancestrula is vaasvormig met een ronde terminale frontale membraan, zonder stekels.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto52363
foto52362