a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Trochulus hispidus (Linnaeus, 1758)

Haarslak
algemeen | beleid en bescherming | taxonomie | trend en fenologie

Typering: Huisjesslak (Land)
Herkenning
Huisje 10 x 6 cm. Donker roodbruin, lichtbruin of nog lichter. Midden op de winding is soms een iets lichtere band aanwezig. Bol, samengedrukt kegelvormig met 6-7 bolle windingen. Aan de onderzijde iets afgevlakt. De mondopening is ovaalrond, aan de columellaire zijde iets omgeslagen en soms in het geheel iets verdikt. Binnen In de mond is een lijstvormige verdikking (drempel) aanwezig, die in het midden hoger kan zijn en dan op een vage tand lijkt. Deze drempel schemert aan de buitenzijde soms bruingeel door. De navel is variabel van grootte, variërend tussen circa 1/5 en 1/6 van de totale breedte. Het huisje is bedekt met haartjes. Deze kunnen bij oude exemplaren echter grotendeels verdwenen zijn (vaak alleen in de sutuur tussen de windingen nog aanwezig). [NB: vroeger meestal aangeduid als Trichia hispida, ook wel 'Behaarde slak' genoemd].
Te verwarren met:
Oeverloofslak Pseudotrichia rubiginosa (eveneens behaard). Deze soort leeft echter alleen langs uiterwaarden en heeft een veel kleinere navel, een meer gedrongen huisje en zelden tot nooit een drempel in de mond. De beharing is bovendien anders.
 
foto52096
foto52097
foto52130
foto52127
foto52128
foto52129
foto55936
foto55937
foto34596