a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | taxonomie | trend

Typering: Mariene kreeftachtige. Krab.
Herkenning
Rugschild tot 12 mm. Bleekbruin tot roodachtig geel, maar de kleur is meestal door de begroeiing aan het oog onttrokken. Carapax (rugschild) langgerekt driehoekig, vooraan smal. Achter de ogen ingesnoerd. Eveneens ingesnoerd net voor het midden van het schild. Rostrum met twee korte, puntige, driehoekige, iets uit elkaar wijkende tanden. Geen echte stekels op het rugschild. Oogsteel lang, met voor het midden een knobbeltje. Oog (cornea) vrij klein. Antennula verborgen onder het rostrum. Antennae vrij lang en behaard. Schaarpoten dik en kort. Mannetjes met korte dikke schaarpoten bezet met stekels op de buitenkant van de carpus en merus, vrouwtje met veel slankere scharen en slechts enkele stekels op carpus en merus. De vingers van de scharen van het vrouwtje raken elkaar over de hele lengte, die van het mannetje alleen aan het uiteinde. Eerste paar looppoten lang en slank, daaropvolgende poten korter, de laatste het kortst. Tweede t/m vierde paar looppoten met sikkelvormig uiteinde, dat aan de binnenkant een dubbele rij tandjes heeft. Gehele lichaam begroeid met relatief grove, merendeels haakvormige beharing.
Te verwarren met:
Meerdere soorten: spinkrabben, hooiwagenkrabben en sponspootkrabben.