a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Nephrops norvegicus (Linnaeus, 1758)

Noorse kreeft
algemeen | beleid en bescherming | taxonomie | trend

Typering: Mariene kreeftachtige. Kreeft.
Herkenning
Tot 240 mm. Carapax, achterlijfsegmenten, staartdelen, poten en vooral de scharen zijn roze of bleek-oranje. Soms donkerder oranjerood op de scharen en pols (carpus). Dit kan soms ook elders op het lichaam het geval zijn. De stekels op de scharen en elders zijn vaak oranje met witachtige puntjes. Ook de punten opzij van de lichaamssegmenten zijn vaak wit, evenals sommige kielen op de scharen. De antennen zijn gewoonlijk oranjerood. Aan de onderzijde is het lichaam merendeels wit. Het rugschild (carapax) is veel langer dan breed en heeft zowel lengte- als dwarsgroeven. Aan de voorzijde loopt het uit in een rechtopstaand, omhooggebogen rostrum, waarop meerdere stekels staan. Van de zeer dun en draadvormig uitlopende voelsprieten zijn de antennen veel langer, vaak ongeveer even lang als de lichaamslengte. De kleinere antenulae zijn ongeveer even lang als de eerste schaarpoten. De eerste drie paar looppoten (pereiopoden) dragen scharen, waarvan die op het tweede en derde paar zeer klein zijn. Het eerste paar (schaar-)poten is aanzienlijk groter, met krachtige, zeer langwerpige scharen, waarvan de uiteinden van de vingers naar binnen gebogen spitse punten hebben. De wat grotere rechterschaar (gebruikt om prooien mee te kraken) heeft op de snijvlakken behalve fijnere, ook enkele veel sterkere knobbels en stekels. De linkerschaar (snijschaar) heeft voornamelijk fijnere knobbels op de snijvlakken. De scharen hebben aan de bovenzijde meerdere sterk gestekelde, opstaande kielen. Ook de carpus draagt stevige, puntige stekels, evenals de andere segmenten van de schaarpoten. Het achterlijf bestaat uit 6 afgeronde in hoekige punten uitlopende segmenten en een eindstuk (telson) dat afgerond is. Opzij van het telson staan aan weerszijden 2-3 grotere, afgeronde staartdelen (uropoda). Telson en uropoda zijn aan het uiteinde bezet met borstelharen (setae). De bovenkant van de scharen en de achterlijfsegmenten hebben brede groeven, waarover een viltachtig laagje ligt. De op korte oogstelen staande ogen liggen in ronde oogkassen. Ze zijn opvallend groot, donker en niervormig (daar komt ook de geslachtsnaam vandaan: (nephros = nier en ops = oog in het Oud-Grieks).
Te verwarren met:
De Europese zeekreeft Homarus gammarus en de Amerikaanse zeekreeft Homarus americanus. Beide zijn echter veel groter en hebben andere kleuren.