a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Thia scutellata (Fabricius, 1793)

Nagelkrab
algemeen | beleid en bescherming | taxonomie | trend

Typering: Mariene kreeftachtige. Krab.
Herkenning
Rugschild (carapax) tot 22 mm, vaak iets kleiner. Kleur: rugschild glad, glanzend wit tot roze of oranje. Levende dieren vertonen meestal onduidelijke rode of bruine vlekken waar de onderliggende organen door de dunne carapax schemeren. In het midden van de achter het midden gelegen branchiale regio's bevindt zich een klein rood, grijsbruin of grijs vlekje. Elders op het schild kunnen nog meer van dergelijke (kleinere) vlekjes aanwezig zijn. De onderzijde is porseleinwit, evenals de poten. De carapax is omgekeerd eirond of idem hartvormig en meestal iets breder dan lang. De voorrand is tussen de ogen iets boogvormig of bijna recht en niet ingesneden. Beide voor-zijranden zijn cirkelvormig gebogen met vier korte, onduidelijke insnijdingen. De achter-zijrand is korter en mist insnijdingen. De achterrand buigt iets naar binnen (concaaf) waardoor de eerste segmenten van het omgeklapte abdomen zichtbaar zijn. Op de voorrand en de zijranden van het schild is een brede sliert van relatief lange, geelbruine haren aanwezig. Ook de randen van de looppoten en de onderrand van de schaarpoten zijn behaard, evenals de randen van de carapax. De oogkassen zijn klein en ondiep. De ogen zijn klein, hebben een weinig ontwikkelde cornea en staan op een zeer kort oogsteeltje. De kleine antennulen liggen onder de voorand van het schild verborgen. De antennen liggen in een spleet van de ventrale oogrand; de steel en de flagel zijn behaard. De schaarpoten van mannetjes zijn wat groter dan die van vrouwtjes. Ze zijn in beide gevallen kort en geheel glad. In rust liggen ze steeds geheel onder het dier verborgen. De onbeweegbare vinger (propodus) heeft een aantal vrij brede tanden. De snijvlakken hebben kleine knobbels. Aan de basis van de beweegbare vinger is op het snijvlak een vrij grote knobbel aanwezig. De looppoten (pereiopoden) zijn korter dan de schaarpoten. Van de poten is de dactylus langer dan de propodus. Het abdomen is bij beide geslachten lang en smal. Bij mannetjes zijn het derde tot en met het vijfde segment met elkaar vergroeid. Bij vrouwtjes is geen van de zeven segmenten vergroeid.
Te verwarren met:
Onmiskenbaar vanwege de vorm, die aan een mensen-nagel doet denken. Dit is de enige nog levende vertegenwoordiger van het geslacht Thia en van de familie Thiidae.