a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Pinnotheres pisum (Linnaeus, 1767)

Erwtenkrabbetje
algemeen | beleid en bescherming | taxonomie | trend

Typering: Mariene kreeftachtige. Krab (Anomura).
Herkenning
Vrouwtjes tot 14 (maximaal 18) mm, mannetjes hoogstens 8 mm. Het rugschild van vrouwtjes is wit, crèmekleurig of lichtbruin. Het is zwak doorschijnend, zodat de gele onderliggende organen en de rode eierstokken (bij vrouwtjes) te zien zijn. Het abdomen is geelwit, met een oranjerode band in het midden. Mannetjes zijn geelwit tot crème-kleurig met vaak een al dan niet symmetrisch patroon van donkerdere roze vlekken. Over het abdomen loopt geen rode streep. Rugschild (carapax) vrijwel cirkelrond, gewelfd, bolvormig en kaal, zonder tandvormige uitsteeksels. Het oppervlak is glad, zonder sculptuur. Bij vrouwtjes is het schild buigbaar en leerachtig, bij mannetjes hard. De voorrand van het schild is bij vrouwtjes omlaag gebogen, zodat de ogen van bovenaf niet te zien zijn. Bij mannetjes steekt de voorrand tussen de ogen uit en zijn de ogen wel te zien. De zijranden zijn glad. De achterrand is vrij lang. De ogen zijn klein, bij mannetjes iets groter. De oogkassen zijn klein. De antennen liggen in de oogholten en zijn zeer kort, met een slechts uit enkele segmenten opgebouwde flagel. Relatief korte, gedrongen schaarpoten, die gelijk van grootte zijn en een glad oppervlak hebben. Aan de basis van de beweegbare vinger (dactylus) staat een tand. Bij het mannetje zijn de schaarpoten wat groter dan bij vrouwtjes. De scharen van mannetjes zijn gezwollen en heeft twee rijen borstelharen (setae) aan de onderkant, die bij vrouwtjes zijn minder gezwollen met slechts één rij setae. De schaarvingers sluiten niet geheel op elkaar (ze gapen). De toppen van de schaarvingers zijn spits. De looppoten zijn slank en cylindrisch en bij mannetjes aan de boven- en onderzijde behaard, bij vrouwtjes alleen aan de bovenkant. Van het laatste pootsegment (dactylus) is de lengte hoogstens de helft van het voorgaande lid (propodus) en zit er een sterk gebogen haakje aan het eind. Het omgeklapte abdomen van mannetjes is smal en driehoekig. Dat van vrouwtjes is zeer breed afgerond en het bedekt de hele onderzijde.
Te verwarren met:
Elders in Europa leeft de nauw verwante soort Pinnotheres pinnotheres (Linnaeus, 1758), waarbij van de looppoten het laatste lid (dactylus) even lang is als het voorgaande (propodus). Bij het - gewone - Erwtenkrabbetje is de lengte minder dan de helft van de propodus. Oppervlakkig gezien lijkt de soort wat op het Porseleinkrabbetje Pisidia longicornis. Die zijn echter niet wit maar gekleurd en hebben zeer lange schaarpoten.
 
foto36172