a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Sardina pilchardus (Walbaum, 1792)

Sardien of Pelser
algemeen | ecologie & verspreiding | eieren | taxonomie | feedback (0)

Familie:Clupeidae
Typering: Mariene vissoort
Auteur: IvL
Herkenning
Kleine, rond-ovale, langgerekte vis met een matig bolle buikzijde. 22-25 cm (tot 27,5 cm). Rug bruingroen tot zilverblauw, met soms donkere vlekkerige streepjes. Flanken zilver of meer bronskleurig met zwarte vlekjes ter hoogte van het oog. De buik is lichter. Rug- en anaalvinnen deels doorzichtig, soms bruinig. Staart-, borst- en buikvinnen groengrijs. Mond iets onderstandig, de bekspleet eindigt voor de achterrand van het oog. Kieuwdeksels met aan de onderzijde 3-5 rechte radiale groeven. Inplant buikvinnen voorbij de voorkant van de rugvin. Eén rugvin in het midden, anaalvin ver achter de rugvin op de buikzijde ingeplant. Staart gevorkt, beide delen zijn gelijk. Op de staartvin aan beide kanten een paar langwerpige schubben. In totaal over het midden van de flanken, tussen kop en staart, maximaal 30 vrij grove schubben. Op het voorste deel van de buikrand zijn de schubben niet scherp gekield.
Te verwarren met:
Lijkt op andere Haringachtigen, met name Sprot en Haring Zowel bij Sprot als bij Haring hebben de kieuwdeksels echter geen radiaire groeven. Vertoont bovendien overeenkomst met de Ansjovis. Deze laatste heeft o.a. een kortere onderkaak, waardoor de snuit duidelijk naar voren uitsteekt, terwijl de buikvinnen evenals bij de Sprot vóór de rugvinnen zijn geplaatst.
Auteurs: IvL