a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Juxtacribrilina mutabilis (Ito, Onishi & Dick, 2015)

algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Cribrilina mutabilis vormt een wit-roze, plat, klein (diameter 5-7 mm) korstje. De kolonies kunnen drie soorten zoïden bevatten, de frequentie van elk varieert met het seizoen. De zoïden zijn ovaal, met twee tot drie distale stekels; mandvormig schild zeer convex, samengesteld uit holle costae die lijken op ribben. Er kunnen drie types zoïden voorkomen: 1. Het rib-type heeft ver uit elkaar staande costae met grote basale openingen, samenkomend op de middellijn, als een ribbenkast. 2. Het schild-type heeft samengroeiende costae met ertussen rijen intercostale poriën met radiale opstelling. 3. Een intermediair type heeft meer en smallere costae dan het rib-type, met variërende mate van distale en laterale versmelting waardoor een elliptisch schild ontstaat met intercostale poriën van variabele grootte. De unieke broedkamer bestaat uit twee opvallende stekelachtige elementen naast de opening van de zoïde, die elkaar ontmoeten in het midden, met een kleine kenozoïde tussen hen. De zoïden met een broedkamer hebben geen rechtopstaande distale orale stekels. De embryos zijn geel tot oranjerood. Avicularia komen niet voor.
Te verwarren met:
Lijkt op andere mosdiersoorten met mandvormig schild, in het bijzonder op Membraniporella nitida of Callopora rylandi.
Controle: Detailfoto van zoïde of materiaal opsturen laten beoordelen door expert.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto57235