a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Porella concinna vormt een uitgebreide korst. De zoïden zijn 0,4 tot 0,5 mm lang, ovaal tot zeshoekig, vaak onregelmatig of kronkelig in omtrek, convex en gescheiden door diepe groeven. Het frontaal oppervlak is dik, grof gekorreld, van glinsterend glasachtig tot korrelig en dof, met marginale poriën. De opening is ruw vierhoekig met een lage en brede lyrula. De opening heeft een lage peristoom die snel verdikt en de opening verbergt. Zelden zie je twee distale orale stekels op de zoïden aan de rand van de kolonie. De avicularia zijn elliptisch, proximaal aan de opening vervat in het peristoom en staan loodrecht op de opening. Vervangende avicularia komen soms voor, dan bevinden ze zich marginaal op het frontale oppervlak. De gewone of de vervangende avicularia kunnen vervangen zijn door een groot, breed spatelvormig avicularium. De broedkamers zijn bolrond, grof gekorreld met een enkele porie, die door voortschrijdende verkalking verdwijnt. De embryo’s zijn rood. De ancestrula zijn ovaal, de frontale membraan is omringd door 9 stekels.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto52389