a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Puellina bifida vormt een onregelmatige korst. De zoïden zijn 0,25 tot 0,4 mm lang, ovaal tot onregelmatig veelhoekig, convex. Het frontaal schild heeft 6 tot 11 costae, doorgaans zijn dat er 7 tot 9. De costae zijn scherp en het hoogst opgericht aan de rand van het schild. Centraal deel van het frontaal schild eerder vlak, zonder bult. 4-5 grote spleetvormige intercostale poriën. De opening is D-vormig. Er zijn 5 orale stekels, 4 indien een broedkamer aanwezig is. De suborale holte is klein en ligt soms vlakbij de eerste rij intercostale poriën. De avicularia zijn niet vaak aanwezig. Als ze wel aanwezig zijn, liggen ze tussen de zoïden en zijn dan kleiner dan de zoïden. Hun opening is half ellipsvormig en heeft een smalle driehoekige mandibel. De avicularia komen meestal voor aan de kolonierand. De broedkamer rusten op de volgende zoïde, heeft geen poriën of kobbels, maar heeft vaak wel tot 4 korte radiërende richels en een mediale sutuurlijn. De kenozoïden komen niet vaak voor, ze zijn kleiner dan zoïden, hebben eenzelfde mandvormig schild maar geen opening.
Te verwarren met:
Puellina bifida is te verwarren met Puellina praecox.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto53135