a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Plesiothoa gigerium (Ryland & Gordon, 1977)

algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
De kolonie van Plesiothoa gigerum is geheel vastgehecht aan het substraat en bestaat uit gedeeltelijk samengroeiende zoïdenrijen. Een rij zoïden vertakt op het distale of distolaterale deel van zoïden. De zoïden zijn 0,4 mm lang, druppelvormig of knotsvormig en proximaal het smalst. Het frontale oppervlak is dun, doorschijnend en variabel dwarsgestreept of bultvormig geribd, met een bult voor de opening. Er is geen kiel in de lengterichting. De opening is langer dan breed met een U-vormige sinus. Vrouwelijke zoïden zijn korter dan de gewone zoïden met een bredere opening, eveneens met sinus. Zooeciulen variabel, gewoonlijk kleiner dan de zoïden. Broedkamers zijn bolvormig met strepen in variabele richting en soms een paar frontale poriën. Ancestrula ovaal met gekartelde rand en een bijna ovale opening.
Te verwarren met:
Plesiothoa gigerum is te verwarren met Hippothoa-soorten, maar het proximaal deel van de zoïde is niet zo dun.
Controle: Detailfoto, of materiaal opsturen laten beoordelen door expert.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto57247