a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Het Venstermosdiertje vormt witte korsten. De ovale zoïden zijn bol en glad, 0,6 tot 0,7 mm lang. Eerst zijn ze porseleinachtig, later wit. Een gladde boord rondom de zoïden komt niet in contact met de nabije poriën. Tussen de opening en de ascopore en aan de rand van de zoïde zitten poriën, het centrale deel proximaal van de ascopore is niet geperforeerd. De opening is D-vormig met minuscule scharnierpuntjes, het lichtbruin operculum heeft een verdikte rand. Op jonge zoïden staan 2 of 3 korte distale orale stekels. De halvemaanvormige ascopore is omrand door een dikke rand en heeft een getande binnenrand. De broedkamer heeft een marginale opgerichte boord en grote marginale poriën. Zijn frontale oppervlak heeft geen dwarse plooi noch ribben.
Te verwarren met:
Het Venstermosdiertje lijkt sterk op Fenestrulina delicia, maar bij deze soort bedekt de gladde rand omheen de zoïden wel de nabije poriën gedeeltelijk. Bij deze laatste soort is er een vaak een dwarse plooi boven op de broedkamer.
Controle: Detailfoto van zoide of materiaal opsturen laten beoordelen door expert.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto57135