a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Primavelans glabricollaris Min, Chae, Yang, Noh, Lee & Seo, 2021

algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Een kolonie van Primavelans glabricollaris vormt eerst een éénlagig korstje op het substraat om later als tweelagige plaatje rechtop te groeien. Ingezameld materiaal is geelwit. De zoïden zijn 0,5 tot 0,8 mm lang. Hun frontal oppervlak is vlak of zwak convex en gelijkmatig geperforeerd. Hun opening is meestal breder dan lang, D-vormig, de sinus is breed met een rechte proximale rand, geflankeerd door stompe scharnierpunten. De opening heeft geen opgerichte boord rondom de laterale en distale zijde. Een opvallende suborale bult bevat een heterozoïde met een opening die distaal gericht is, bijna loodrecht op het frontaal oppervlak. Een broedkamer bereikt de scharnierpunten en wordt gesloten door het zoïdaal operculum. Een volledig ontwikkelde broedkamer heeft een gladde proximale boord. Over het verkalkte oppervlak van de broedkamer ligt bij een levende kolonie een membraan, waarvan de proximale hoekjes verkalkte “oortjes” vormen. Stekels en avicularia komen bij deze soort niet voor. Typisch voor Primavelans heeft de ancestrula een longitudinale richel.
Te verwarren met:
Primavelans glabricollaris is te verwarren met Pacificincola perforata, maar deze soort heeft op zijn ancestrula geen longitudinale richel en de broedkamer heeft geen gladde proximale boord en er zijn ook geen verkalkte “oortjes” in de proximale hoeken van de broedkamer.
Controle: Detailfoto van ancestrula en volgroeide broedkamer, of materiaal opsturen laten beoordelen door expert
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto57248
foto57249