a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Jellyella eburnea groeit op drijvende inwendige schelpen van overleden posthoreninktvissen Spirula spirula (niet inheems, maar met de stroming meegevoerd vanuit zuidelijke delen van de oceaan.) De zoïden hebben een onduidelijk ruitvormige omtrek, langer dan breed. De basale wanden zijn onverkalkt behalve een marginale rand rond een basaal venster. De proximale helft komt tot een derde van het frontale gebied en is verkalkt, de stekels rondom de opesia ontstaan door vouwen in de frontale kalklaag. De stekels zijn hol, soms met een open einde maar vaker afgerond en aan het einde gesloten, haakachtig. Stekels naast het opesium buigen over het membraan maar bereiken de middellijn niet. Operculum halvemaanvormig, met een marginale verdikking.
Te verwarren met:
Jellyella eburnea is niet te verwarren met andere soorten in Nederland.
Controle: Detailfoto, of materiaal opsturen laten beoordelen door expert.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto57060