a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Smittoidea prolifica vormt kleine witroze korstjes. De zoïden zijn 0,5 tot 0,7 mm lang. Het frontale oppervlak is eerst glad, later ruw verkalkt. Het centrale deel van het oppervlak is niet geperforeerd. De grote marginale poriën zijn van elkaar gescheiden door flinke richels. De opening heeft een lyrula en scherpe scharnierpuntjes. De lyrula variabel van breedte, een kwart tot de helft van de openingsbreedte. Het peristoom is alleen lateraal ontwikkeld. Jonge zoïden dragen 2 tot 4 orale stekels. De polypide hebben 12 tentakels. Het avicularium ligt in de distale zijde van een opvallende bult. De mandibel is halfcirkelvormig en staat loodrecht gericht op het zoïdenoppervlak. De broedkamer heeft ronde poriën. Er zijn minder maar wel grotere poriën dan bij S. reticulata. Sommige poriën zijn onregelmatig van vorm alsof 2 of 3 ronde poriën zich verenigd hebben. De broedkamer rust op de volgende zoïde. De broedkamer is bij bijna alle zoïden aanwezig behalve bij de jongste 2 of 3 rijen. De embryo’s zijn oranje.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto52394