a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Schizomavella (Schizomavella) hastata vormt grote één- of meerlagige korsten, soms opgericht van het substraat. De zoïden zijn hoekig, vlak of wat convex en 0,4 tot 0,7 mm lang. Hun opening is breder dan lang, tussen de scharnierpunten is de proximale boord ondiep concaaf, zodat nauwelijks sprake is van een sinus. Jonge zoïden kunnen 2 of 3 orale stekels dragen. Het frontale oppervlak is aanvankelijk glad, later ruw, en draagt grote ronde poriën. Een flinke, stekelachtige bult kan zich heel hoog ontwikkelen. Een avicularium staat links of rechts op de stekelachtige bult en is naar boven gericht. De mandibel is langwerpig. Broedkamers zijn frontaal afgeplat met verspreide onregelmatige poriën, eerst glad, later steeds ruwer met eventueel enkele bultjes die kunnen uitgroeien tot stekelachtige uitwassen.
Te verwarren met:
De ondiepe sinus is het belangrijkste onderscheid met Schizomavella (Schizomavella) linearis die een gelijkaardige suborale bult met avicularium kan ontwikkelen.
Controle: Detailfoto van een zoïde en zijn opening, of materiaal opsturen laten beoordelen door expert.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto57263
foto57264
foto57262