a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Geaderde stekelhoren
Gebandeerde wijngaardslak
Gebochelde streepschelp
Gebogen traliemossel
Gedoornde hartschelp
Geelvlekslak
Gegroefde naaldslak
Gekielde cirkelslak
Gekielde clausilia
Gekielde loofslak
Gekielde schijfhoren
Gekielde schorrenslak
Gekrulde vlokslak
Gele kielnaaktslak
Gemarmerde streepschelp
Gemaskerde erwtenmossel
Genaveld tonnetje
Genavelde tolhoren
Geplooide erwtenmossel
Geplooide rotsboorder
Geplooide zonneschelp
Geribd gordelhorentje
Geribd zeeklitschelpje
Geribde clausilia
Geribde jachthorenslak
Geringde knuppelslak
Geronde schijfhoren
Geruite pissebedkeverslak
Geruite rondmondhoren
Geruite tapijtschelp
Geschubde hartschelp
Geschubde stekelhoren
Gestippelde kielnaaktslak
Gestippelde knotsslak
Gestippelde mosdierslak
Gestreepte knotsslak
Gestreepte korfslak
Gestreepte parelmoerneut
Gestreepte pegelhoren
Getande melkslak
Getijdeslak
Gevlamde tapijtschelp
Gevlamde tolhoren
Gevlekt koffieboontje
Gevlekte akkerslak
Gevlekte grasslak
Gewone alikruik
Gewone artemisschelp
Gewone hoornschaal
Gewone marmerschelp
Gewone pijlinktvis
Gewone schaalhoren
Gewone schijfhoren
Gewone slanke noordhoren
Gewone trapgevel
Gewone wenteltrap
Gewoon muizenoortje
Gezaagd schepje
Gezwollen knuppelslak
Gezwollen slanke noordhoren
Gezwollen tolhoren
Gladde / Bos- / Moeras-tolslak
Gladde clausilia
Gladde erwtenmossel
Gladde naaldslak
Gladde olifantstand
Gladde schijfhoren
Gladde snavelneut
Gladde tolslak
Glanzend tandhorentje
Glanzende agaathoren
Glanzende dunschaal
Glanzende erwtenmossel
Glanzende schijfhoren
Glanzende tepelhoren
Glashoren
Glimmende franjeschildvoet
Golfschelpje
Gorgelpijp-knotsslak
Gouden tapijtschelp
Goudstipje
Gras-tolslak
Grauwe wegslak
Gray’s kustslak
Griekse duinslak
Grijze bronslak
Grijze wormnaaktslak
Groene aardslak
Groene dekschelp
Groene knotsslak
Groene mosdierslak
Groene rolsprietslak
Groene wierslak
Grofgeribde fuikhoren
Grofgeribde grasslak
Grofgestreepte glimslak
Groot glasmuiltje
Groot tafelmesheft
Grootmond-pluimdrager
Grote agaatslak
Grote barnsteenslak
Grote boothoren
Grote clausilia
Grote diepslak
Grote duinslak
Grote glansslak
Grote glasslak
Grote kartuizerslak
Grote kristalslak
Grote mantel
Grote papierschelp
Grote parelmoerneut
Grote pijlinktvis
Grote poelslak
Grote strandschelp
Grote tepelhoren
Grote tritonia
Grote vlokslak
Grote vlokslak complex
Grote zwaardschede
Grove papierschelp
kaart
Euglesa nitida (Jenyns, 1832)

Glanzende erwtenmossel
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend en fenologie

Typering: Tweekleppige (Zoetwater)
Herkenning
Schelp tot 3,5 x 3,5 mm (zelden tot 4 mm). Met name op het direct na het embryonale schelpje (prodissoconch) gevormde deel meestal bleekwit. De later gevormde schelp is vaak eerder grauwgeel. De opperhuid glanst opvallend en sterk. Stevige tot dunschalig (er zijn diverse vormen). Top iets achter het midden. In omtrek vaak min of meer trapeziumvormig tot vijfhoekig. Buitenzijde met rond de top 3-5 concentrische groeven. De verdere sculptuur bestaat uit vagere en meer onregelmatig afgezette ribben. Slotband inwendig. Het slot heeft een relatief lange slotplaat, de cardinale tanden zijn echter kort. Ook de ligamentgroeve is kort en breed. In de linkerklep 2 cardinale en 2 laterale tanden, in de rechterklep 1 cardinale en 4 laterale tanden. Geen mantelbocht.
Te verwarren met:
Andere erwtenmossels. De dikschalige vorm die vroeger als ondersoort beschouwd werd, is inmiddels verheven tot zelfstandige soort, te weten de Dikke erwtenmossel Euglesa crassa. In het algemeen zijn bij erwtenmossels kenmerken als de algemene vorm en vooral die van de slottanden zelfs voor voor specialisten ingewikkeld. Deze kunnen bovendien ook vaak individueel binnen de soort verschillen.