a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Euglesa subtruncata (Malm, 1855)

Scheve erwtenmossel
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | literatuur (1) | taxonomie | trend en fenologie

Typering: Tweekleppige (Zoetwater)
Herkenning
Schelp tot 4,0 x 3,3 mm (zelden groter). Witachtig grijs, opperhuid matglanzend. Schelp in omtrek scheef-ovaal: vooraan toegespitst, achteraan vaak afgeknot. De top ligt ver naar achteren. Variabel in vorm. Meestal matig dikschalig met zwakke, onregelmatige ribben. In rivieren en o.a. het IJsselmeer leven dikschaligere vormen met een bredere slotplaat en meer prominente slottanden. Top vrij spits, geen plica op het topgedeelte. Slotband inwendig, ligamentgroeve lang, aan de achterzijde verbreed. In de linkerklep 2 cardinale en 2 laterale tanden, in de rechterklep 1 cardinale en 4 laterale tanden.
Te verwarren met:
Andere erwtenmossels, sommige schelpvormen lijken onder andere op die van Euglesa pulchella, E. hibernicum en Odhneripisidium tenuilineatum. In het algemeen zijn bij erwtenmossels kenmerken als de algemene vorm en vooral die van de slottanden zelfs voor voor specialisten ingewikkeld. Deze kunnen bovendien ook vaak individueel binnen de soort verschillen.