a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Anapagurus laevis (Bell, 1846)

Gladde heremietkreeft
algemeen | beleid en bescherming | taxonomie | trend

Typering: Mariene kreeftachtige. Heremietkreeft.
Herkenning
Rugschild (carapax) circa 5 (maximaal 8) mm, totale lengte tot circa 25 mm. Kleur: bleekgeel, de rechterschaar heeft aan de buitenzijde een overlangse oranje kleurband. Heremietkreeften beschermen hun weke achterlijf met een leeg, met zich meegedragen slakkenhuis, waaruit alleen het voorlijf met het rugschild, de ogen, kop en schaar- en looppoten tevoorschijn komen. Van de voelsprieten zijn de antennen langer, de antennulen zijn kort, met behaarde flagellen. De ogen zijn donker, vrij groot en bol en staan op korte, vanaf de basis naar de oogbol (cornea) toe breder wordende oogstelen. Oogkassen matig diep, aan de buitenzijden begrensd door een kleine stekel. Rugschild breder dan lang, naar achteren breder wordend. De schuin over het midden liggende cervicale groeve is duidelijk. Tussen de ogen steekt een miniem afgerond rostrum naar voren. Het achterlijf is zacht, worstvormig en gedraaid. De rechterschaar is aanzienlijk groter, met een langere beweegbare vinger (dactylus). De randen van de schaar zijn behaard en korrelig, in het midden is deze granulatie fijner, zodat de schaar bijna glad lijkt. De snijvlakken hebben fijne en iets grovere tandjes. De carpus en merus hebben opzij kleine stekels, korrels en beharing. De linkerschaar is kleiner, meer langwerpig, de carpus van deze schaarpoot is langer dan de merus en op beide pootsegmenten staan puntige stekels en beharing. Behalve de schaarpoten zijn er nog twee paar langere, in een spitse, zeisvormige dactylus eindigende looppoten. Het vierde en vijfde potenpaar is veel kleiner, met aan de einden van het vierde paar een onvolkomen schaar, en aan die van de vijfde een miniem compleet schaartje. Achter aan het worstvormige lichaam zitten aan de linkerkant ook enkele pootachtige uitsteeksels (pleopoden: bij vrouwtjes 4, bij mannetjes 3).
Te verwarren met:
Te verwarren met andere Heremietkreeften met een grotere rechterschaar, met name de Gewone Heremietkreeft Pagurus bernhardus. Deze wordt echter veel groter en de grotere schaar en de eerste looppoten zijn veel minder glad. Verder zijn o.a. de ogen boller en loopt de oogsteel breder uit. De Gladde heremietkreeft is in het Noordzeegebied onder andere aangetroffen in schelpen van de Wulk, de Gewone en Slanke noordhoren en van meerdere Tepelhorens, Penhorens, Fuikhorens en Alikruiken.