a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Pisa armata (Latreille, 1803)

Gebochelde spinkrab
algemeen | beleid en bescherming | taxonomie | trend

Typering: Mariene kreeftachtige. Krab.
Herkenning
Rugschild (carapax) meestal circa 33 (maximaal 50) mm. Kleur grijsachtig, beige, lichtbruin tot roodbruin, soms oranje gevlekt. Zowel de lichaamssegementen als de poten zijn meestal deels of vrijwel geheel overdekt met een beharing van lichtbruine, soms meer roodbruine, vrij korte, matig stugge borstelharen (setae). Het rugschild is driehoekig tot ruitvormig. De voorrand van het rugschild (rostrum) is lang en loopt spits toe, maar is gesplitst in twee aparte, puntige, tandvormige delen. Vaak buigen deze twee punten distaal van elkaar af. Deze rostrumtanden zijn bij mannetjes langer dan bij vrouwtjes. De uiterste achterrand van het schild loopt uit in een stekelvormige punt. Ook op de beide achter-zijranden staat een scherpe stekel, evenals voor de ogen (aan beide kanten 1 stekel) en direct achter de ogen (2-3 stompe punten). Het rugschild is ruw met her en der soms wat kleine knobbels en puntige of stompe wratjes. Op het rugschild komen ook een aantal opgezwollen en verheven gedeelten voor met een bolle knobbelvorm. Gewoonlijk staan er daarvan op beide protogastricale regionen steeds twee, die tesamen op de achterkant een dwarsrij van vier vormen. Ook in het midden en daarachter staan twee van zulke knobbels. De ogen staan op korte oogstelen, hebben een kleine cornea en zijn terugklapbaar. De schaarpoten zijn vrij dik en langer dan het eerste paar looppoten (pereiopoden). De antennulen liggen opgevouwen in holten onder het rostrum. Het basale segment van de antennesteel is breed, de flagel reikt tot aan het eind van het rostrum. De scharen zijn even groot. De schaarpoten van het mannetje zijn langwerpig en slank, maar wel dikker en langer dan het eerste paar looppoten. De schaarvingers hebben een fijne knobbelsculptuur en een knobbel op de basis van de beweegbare vinger (dactylus). De vingers sluiten niet geheel op elkaar. Bij het vrouwtje zijn de schaarpoten slanker en korter dan het eerste paar looppoten. De tand op de basis van de dactylus ontbreekt en de snijvlakken van de schaarvingers passen goed op elkaar. De looppoten van beide geslachten zijn sterk behaard, de dactylus is duidelijk gekromd. Van beide geslachten bestaat het omgeklape abdomenuit zeven, niet vergroeide segmenten. Schild en looppoten hebben vaak grovere haren en ook stekels en kunnen begroeid zijn met allerlei door de krab zelf ter camouflage aangebrachte epifauna.
Te verwarren met:
Andere spinkrabben (o.a. Hya-soorten) en spinachtige krabben, waaronder Eurynome aspera en (jonge dieren van) de Grote spinkrab Maja squinado.