a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | ecologie & verspreiding | eieren | taxonomie | feedback (0)

Familie:Rajidae
Typering: Mariene vissoort
Auteur: IvL / RHB
Herkenning
Sterk afgeplat, ruitvormig lichaam, met twee aan de kop vergroeide borstvinnen en een lange puntig toelopende staart. Gemiddeld 65-75 cm (tot circa 85 cm). Rug donker (tot bijna zwart) of lichter. Geelbruin met lichtere, onregelmatge, ovaalronde stippen en vlekjes en onregelmatige golvende, donkere lijnen en vlekken. Snuitzijde en randen vaak wat lichter, met donkere streepvormige vlekken. Buik wit, met donkergrijze randen. Snuit kort en matig spits. Opstaande rand langs de lichaamsschijf duidelijk gegolfd (waaraan de soort de naam dankt). Op het grootste deel van het lichaam staan aan de rugzijde kleine doornachtige stekels, die op de snuit staan het dichtst op elkaar. Rugvinnen op de staart afgerond, ver uit elkaar staand, ertussen vaak 1-2 stekels. Buikvinnen tegen de staartbasis aan, includief twee lobvormige uitsteeksels. De stekels langs de middellijn verlopen bij jonge dieren onregelmatig, bij volwassen dieren regelmatig. Mannetjes met een rij van 20–55 stekels op de middellijn, vrouwtjes hebben op de middenlijn maar weinig stekels, soms slechts drie. Ogen en spuitgaten (spiraculi) klein, Mond, neusgaten en vijf paar kleine kieuwspleten aan de buikzijde.
Te verwarren met:
Vertoont onder andere overeenkomsten met de Grootoogrog Leucoraja naevus, de Blonde rog Raja brachyura, de Kleinoogrog Raja microocellata en de Gevlekte rog Raja montagui. Gewoonlijk te onderscheiden door de golvende randen op de lichaamsschijf, de halfronde, duidelijk van elkaar afstaande rugvinnen op de staart en het vlekkenpatroon.
Auteurs: IvL / RHB