a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Squalus acanthias Linnaeus, 1758

Gewone doornhaai
algemeen | ecologie & verspreiding | beleid & bescherming | eieren | taxonomie | feedback (0)

Familie:Squalidae
Voorkomen in Nederland
Status:bron: Rode Lijst Vissen 2016Rode lijst: Ernstig bedreigd
Trend sinds 1950:bron: Rode Lijst Vissen 2016Zeer sterk afgenomen
Zeldzaamheid:bron: Rode Lijst Vissen 2016Zeer zeldzaam
Typering: Mariene vissoort
Auteur: IvL / RHB
Herkenning
Het lichaam is langwerpig en slank, met een spitse snuit. Gemiddeld 120-140 cm (tot 160 cm). Rug en flanken donker grauwgrijs tot bruingrijs, met groenachtige of soms meer witte vlekken. Buikzijde wit. Bij de voorrand van de rugvinnen zit een spitse en stevige doorn of stekel, waaraan de dieren hun naam danken. Door hun rug te krommen kunnen ze hiermee steekwonden toebrengen. Beide rugvinnen zijn duidelijk van elkaar gescheiden. De staart is ploegvormig, aan de bovenkant breder en wat langer. Geen anaalvin. De buikvinnen van de mannetjes worden gebruikt bij de voortplanting. De doorn is verbonden met een gifklier. Het gif is relatief ongevaarlijk voor de mens, maar wonden kunnen wel uiterst pijnlijk zijn.
Te verwarren met:
Lijkt op meerdere andere haaien, maar wijkt af door de aanwezigheid van doorns op de rugvinnen en het ontbreken van een anaalvin. In het Noordelijke Pacifische gebied zouden de doornhaaien tot een andere soort behoren: de 'Pacific spiny dogfish' Squalus suckleyi.
Auteurs: IvL / RHB